Stimulering vanuit centrale banken is meer aan de orde dan ooit. Twee begrippen die vaak voorkomen zijn monetaire en fiscale stimulering. In dit artikel gaan we in op monetaire stimulering. Wat heeft dit voor gevolgen voor jou als belegger?
Waarom is er sprake van monetaire stimulering?
De centrale bank heeft als taak de prijsstabiliteit te bewaken. Hierbij gaat het erom dat prijzen niet te hard fluctueren in de vorm van inflatie of deflatie. Een inflatie van 2-3% is een veelgenoemd gewenst niveau. Dit is een niveau waarbij bestedingen worden gestimuleerd en eventuele schuldposities minder zwaar worden. Monetair beleid heeft dus invloed op de vraagkant van de economie.
Hoe kan de centrale bank monetair stimuleren?
De eerste manier waarop een centrale bank invloed kan uitoefenen op monetair vlak is de beleidsrente. Dit gaat om de korte termijn rente die geldt voor de transacties tussen commerciële banken en de centrale bank. Bij een stijging van de rente stijgt als het ware de prijs van geld. Omdat mensen in dat geval minder gaan besteden wordt de economie afgeremd. Banken verwerken deze rente namelijk in producten die zij aanbieden, zoals leningen. Wanneer de rente wordt verlaagd zou dit het omgekeerde effect moeten hebben.
Daarnaast is er de mogelijkheid om te werken met opkoopprogramma’s. Voorbeelden zijn de Pandemic Emergency Purchase Programme (PEPP) en Public Sector Purchase Programme (PSPP die de ECB hanteert. Dit gaat voornamelijk om het opkopen van staats- en bedrijfsobligaties om financieringskosten laag te houden.
De instrumenten worden ingezet wanneer de centrale bank denkt dat dit past. Wanneer de economie in een recessie komt kan de rente worden verlaagd en opkoopprogramma’s worden opgevoerd. Wanneer dit gebeurt is er een toename binnen de totale geldhoeveelheid waardoor de bestedingen toenemen en de economie kan herstellen, maar dit beleid kan ook zorgen voor een hogere inflatie. Hierdoor gaan de kosten van investeringen omhoog. In dat geval wordt de rente verhoogd.
Werkt monetaire stimulering van de centrale bank eigenlijk nog wel?
De theorie is mooi omschreven en dit beleid is deels zo uitgevoerd in de recente geschiedenis. Maar in de laatste decennia heeft er een draai plaatsgevonden binnen het beleid van centrale banken. Dit is in een stroomversnelling gekomen vanaf 2008 tijdens de financiële crisis. Rentes zijn al heel lang historisch laag en de inflatie wilt maar niet oplopen. Dit komt voornamelijk door globalisering, vergrijzing en technologische ontwikkeling. Aan de ene kant zorgen globalisering en technologie voor lagere kosten waardoor producten goedkoper worden en aan de andere kant zorgt een oudere bevolking voor een toename in sparen.
Belangrijk voor beleggers is om te weten dat in tijden van monetaire stimulering risicovollere beleggingscategorieën over het algemeen beter presteren. Aandelen zijn hier bijvoorbeeld een goed voorbeeld van. Doordat de rente extreem laag is leveren obligaties weinig op. Wanneer aandelen op absoluut niveau duur kunnen worden genoemd betalen investeerders graag een hogere prijs voor deze categorie omdat deze relatief gezien wel redelijk geprijsd is. Immers, een waarde van een aandeel is eigenlijk niets anders dan de toekomstige inkomstenstroom van een bedrijf. Het nadeel wat kleeft aan monetaire steun is dat de schulden oplopen. Dit is houdbaar tot een bepaald niveau.